Op 14 juli 1957 vinden tijdens het raceweekend op het legendarische stratencircuit van Reims-Gueux in de Champagnestreek meerdere dodelijke ongevallen plaats. Charles Dupont en zijn zoontjes Jean-Luc en Patrice zijn ooggetuigen van de fatale crash van de lokale racelegende Jean-Claude Schneider. Boze tongen beweren echter dat dit geen ongelukken waren, maar dat er meer achter zit. Is er sprake van vuil spel?
Exact 25 jaar later vindt er weer een dodelijk ongeval plaats op het inmiddels vervallen circuit. Jean-Luc Dupont, die opgeklommen is tot inspecteur bij de Police Nationale, doet onderzoek naar dit ongeval. Als er bij de crematie van het slachtoffer een kogel wordt gevonden, verandert het onderzoek naar het ongeval in een gecompliceerd moordzaak. Hoewel de politie te kampen heeft met ernstige onderbezetting vanwege de vakanties en de terreuraanslagen in Parijs, zet inspecteur Dupont alles-op-alles om samen met zijn collega’s Margot en Louise deze raadselachtige moord op te lossen. Al snel krijgt de inspecteur een aantal verdachten in het vizier, maar het blijkt nog niet zo eenvoudig om het bewijs rond te krijgen.
Bernard Grossmaul (1960) schrijft ouderwetse policiers/whodunits op het snijvlak van fictie en feiten. Zijn boeken spelen zich grotendeels af rondom legendarische racecircuits uit het verleden. Zo is naar aanleiding van een bezoek aan Noord-Frankrijk en het circuit van Gueux op een terrasje in Reims het idee en de plot voor het debuut ‘Moord op het circuit’ ontstaan. Het boek is voorzien van historische foto’s van het circuit en de binnenstad van Reims. Op de plattegronden in het boek kan de lezer exact zien welke gebeurtenissen waar hebben plaatsgevonden.